Het is een familiebedrijf, en dat is precies hoe Gerrit en Willemijn het willen. “We zijn planner en boekhouder, maar ook eigenaar en personeelsmanager. Het menselijke, vriendelijke, dat je bij deze schaal onderling kunt hebben, is erg belangrijk voor ons. Daar zoek je eigenlijk ook de medewerkers op uit. Wie dat aanstaat, heeft het geweldig naar zijn zin. Soms zijn er ’s avonds om tien uur nog wel eens mensen aan het werk in de garage, want veel van het onderhoud doen we zelf. Ik doe mee, al rijd ik momenteel niet veel meer. Dat heb ik wel gedaan: ik reed eerst tien jaar voor mijn vader, die ook een transportbedrijf had. In 2005 zijn we samen zelfstandig begonnen en het liep goed, tot in 2008 de crisis kwam. We hebben tegen onze mensen gezegd: óf we gaan samen iets anders doen, óf we moeten mensen laten gaan. Het hele bedrijf heeft zich omgeschoold, en we zijn verkeersregelaar geworden, iedereen deed de cursus. Tot de zaken weer aantrokken in het transport.”
Willemijn toont haar chauffeurspas: ze weet ook aan de uitvoerende kant alles van transport. “We zoeken goede jongens voor goed materieel, zeg ik vaak. En ze komen: we hebben veel mond tot mond-reclame kennelijk. Want we groeien nog steeds en het bevalt de mannen hier. Net als de mensen die direct van school, meest het ROC, komen en die we in het bedrijf opleiden. Eerst wat algemeen werk, dan mogen ze op de bakwagen als ze hun papieren hebben, om het vak te leren en kunnen ze doorstromen naar trekker/oplegger. En na 5 jaar rijervaring kunnen ze hun LZV halen.”
Het takenpakket van de chauffeurs is divers. Wat bestemmingen en lading betreft, wel te verstaan. “Groenten en fruit rijden we met koelwagens, vaak is een DC de bestemming. Maar we rijden ook bloemen van telers naar Parijs, Duitsland en Zwitserland, ook rijden we stukgoed, we werken voor collega’s en combineren lading. Daarin denken we ook voor de klant: combineren levert een gunstiger prijs op. Actief klanten werven hoeven we momenteel niet, ze komen eigenlijk naar ons toe. We zijn erg gespitst op samenwerking in de branche. Met vriendelijkheid kom je verder dan met hard zijn, kennelijk wordt dat gewaardeerd.”
Alleen op zondag is er rust. “Je kunt als je wilt zeven dagen per week werken, maar je moet ook kunnen loslaten. We groeien wel, maar met mate. Tien auto’s geleden dachten we: dit is het, dit is mooi. Niet groeien om het groeien, je moet het werk aankunnen, en kúnnen uitvoeren. Is er meer werk, dan kun je uitbreiden, is onze instelling.”
Dat zo’n zestig procent van het werk binnenlands is, betekent volgens Gerrit niet dat de chauffeurs elke dag thuis zijn. “Er zijn er die maandags vertrekken en pas vrijdags weer thuis zijn. Die slapen in de wagen. Ook dat kan in een land als Nederland.”